De Amerikaanse beurzen schudden slechte cijfers over de Amerikaanse
werkgelegenheid van zich af en vonden hun weg omhoog, mede dankzij een
dalende olieprijs.

Dow en S&P
De Dow-Jonesindex van dertig hoofdfondsen noteerde bij het slot 259,18 punten
(3,1 procent) hoger op 8635,42 punten.

De breed samengestelde S&P 500 index steeg 30,85 punten (3,6 procent) tot
876,07 punten. De technologiebeurs Nasdaq ging 63,75 (4,4 procent) omhoog
naar 1509,31 punten.

De slechte werkgelegenheidscijfers voedden in de ochtend de angst onder
beleggers dat de financiële crisis zich als een olievlek naar alle sectoren
van de Amerikaanse economie uitspreidt. Hierdoor gingen over de hele breedte
aandelen naar beneden.

Olieprijs helpt consument
Maar halverwege de handelsdag wonnen de beurzen terrein. Beleggers gokken er
onder meer op dat een lage olieprijs de consumentenbestedingen kan
stimuleren en de kosten van zakendoen kan drukken.

Handelaren telden voor een vat ruwe Amerikaanse olie minder dan 42 dollar
neer, een daling van 4,7 procent. De Amerikaanse oliefondsen ExxonMobil en
Chevron herstelden zich van een eerdere forse dalingen. De in de Dow
zwaarwegende oliefondsen stonden respectievelijk 0,4 procent en 3,7 procent
in de plus.

Banken plots in trek
De beurzen werden gestuwd door winsten bij bankaandelen, waaronder die van
Citigroup. De stukken gingen 4,2 procent omhoog. Bank of America en JPMorgan
Chase voerden met een winst tot 7,3 procent de Dow aan.

De koers van Bank of America werd bovendien geholpen door een goedkeuring van
aandeelhouders voor de overname van Merrill Lynch.

Ook stapten beleggers weer in biotechnologiebedrijven, die te boek staan als
minder gevoelig voor economische schommelingen. Amgen steeg 1,9 procent,
Gilead Sciences ging 4 procent omhoog. Verder waren farmaciebedrijven in
trek. Pfizer ging 1,7 procent omhoog, terwijl Merck in de top van de Dow te
vinden was met een plus van 6 procent.

Verder ging het net als donderdag goed met detailhandelaren door de dalende
olieprijs. Wal-Mart steeg 5,6 procent. Macy's sprong 10 procent. Sears kon
zelfs bijna 14 procent bijschrijven.

Detroit
Donderdag kregen General Motors, Ford en Chrysler de kans hun zegje te doen
over hun herstelplannen. Vrijdag hebben ze zich weer verdedigd. General
Motors liet weten accuut 4 miljard dollar nodig te hebben en ging 0,7
procent omlaag. Ford liet weten het iets langer uit te kunnen houden en
steeg 2,3 procent. Chrysler is niet beursgenoteerd.

Op de valutamarkt was de euro 1,2725 dollar waard. Eerder op de dag was de
Europese munt 1,2640 dollar waard.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl